Informasie oor die woord arm (Nederlands → Esperanto: brako)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɑrᵊm/
Afbrekingarm
Geslagmanlik
Meervoudarmen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
armpjearmpjes

Voorbeelde van gebruik

Bliksemsnel greep Simon Patricia’s arm en trok haar terug in de nauwe straat die zij juist zouden verlaten.
Hij nam haar in zijn armen en droeg haar de kamer uit.
Hun lange armen en korte kromme benen, hun diepliggende ogen en lage voorhoofden gaven ze een dierlijk voorkomen.

Vertalinge

Afrikaansarm
Deensarm
DuitsArm
Engelsarm
Esperantobrako
Finskäsivarsi; varsi
Fransbras
Hongaarskar
Italiaansbraccio
Kabiliesiɣil
Katalaansbraç
Nederduitsarm
Papiamentsbrasa
Portugeesbraço
Roemeensbraț
Russiesрука
SaterfriesBeen; Ierm
Skotsairm
Spaansbrazo
Swahilimkono
Sweedsarm
Thaiแขน
Turkskol
Wes‐Friesearm
Yslandshandleggur