Informasie oor die woord annonceren (Nederlands → Esperanto: anonci)

Sinoniem: aankondigen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑnɔnˈseːrə(n)/
Afbrekingan·non·ce·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) annonceer(ik) annonceerde
(jij) annonceert(jij) annonceerde
(hij) annonceert(hij) annonceerde
(wij) annonceren(wij) annonceerden
(jullie) annonceren(jullie) annonceerden
(gij) annonceert(gij) annonceerdet
(zij) annonceren(zij) annonceerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) annoncere(dat ik) annonceerde
(dat jij) annoncere(dat jij) annonceerde
(dat hij) annoncere(dat hij) annonceerde
(dat wij) annonceren(dat wij) annonceerden
(dat jullie) annonceren(dat jullie) annonceerden
(dat gij) annonceret(dat gij) annonceerdet
(dat zij) annonceren(dat zij) annonceerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
annonceerannonceert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
annoncerend, annoncerende(hebben) geannonceerd

Vertalinge

Deensavertere
Duitsankündigen; anzeigen; avisieren; melden; anmelden; verkünden; bekannt machen; ansagen; annoncieren; inserieren
Engelsannounce
Engels (Ou Engels)abeodan; bodian
Esperantoanonci
Faroëesboða frá
Fransannoncer; introduire; publier
Grieksαγγέλω
Italiaansannunciare; annunziare; pubblicare
Katalaansanunciar
Latynannuntiare
Maleisumum
Papiamentsanunsía
Portugeesanunciar; noticiar; notificar
Roemeensanunța
Russiesобъявлять
Saterfriesankännigje; anmäldje; anwiese; avisierje; ferkundje; mäldje
Spaansanunciar
Sweedsanmäla; annonsera; bebåda; meddela
Tsjeggiesohlásit; oznámit; oznamovat
Turkshaber vermek; ilan etmek
Wes‐Friesadvertearje; ferkundigje; oantsjinje