Informasie oor die woord toespelen (Nederlands → Esperanto: aludi)

Sinonieme: alluderen, een toespeling maken, zinspelen, zinspelen op

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) speel toe(ik) speelde toe
(jij) speelt toe(jij) speelde toe
(hij) speelt toe(hij) speelde toe
(wij) spelen toe(wij) speelden toe
(jullie) spelen toe(jullie) speelden toe
(gij) speelt toe(gij) speeldet toe
(zij) spelen toe(zij) speelden toe
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) toespele(dat ik) toespeelde
(dat jij) toespele(dat jij) toespeelde
(dat hij) toespele(dat hij) toespeelde
(dat wij) toespelen(dat wij) toespeelden
(dat jullie) toespelen(dat jullie) toespeelden
(dat gij) toespelet(dat gij) toespeeldet
(dat zij) toespelen(dat zij) toespeelden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
speel toespeelt toe
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
toespelend, toespelende(hebben) toegespeeld

Vertalinge

Duitsanspielen; anspielen auf; versteckt hinweisen; andeuten
Engelsallude; hint; refer to
Esperantoaludi; duondiri; kvazaŭdiri
Faroëesbenda á; reka fram undir; sipa til
Finsviitata
Fransdonner à entendre; faire allusion; faire allusion à; insinuer
Italiaansalludere
Katalaansal·ludir
Portugeesaludir; fazer alusão a; reportar‐se
Russiesнамекать
Saterfriesanspielje; anspielje ap
Spaansaludir
Sweedsalludera; anspela