Informasie oor die woord ongeval (Nederlands → Esperanto: akcidento)

Sinonieme: accident, ongeluk, malheur

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɔŋɣəvɑl/
Afbrekingon·ge·val
Geslagonsydig
Meervoudongevallen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
ongevalletjeongevalletjes

Voorbeelde van gebruik

Het kostte de hulpdiensten veel moeite om de plek van het ongeval te bereiken.
Glawens moeder Marya was drie jaar na zijn geboorte omgekomen bij een ongeval.
Bij het ongeval waren drie auto’s betrokken.

Vertalinge

Afrikaansongeluk
Albaniesaksident; fatkeqësi
Deensulykke; ulykkestilfælde
DuitsUnfall; Unglücksfall; Unglück
Engelsaccident; mishap
Esperantoakcidento
Faroëesvanlukka
Finsonnettomuus; tapaturma
Fransaccident; sinistre
Grieksατύχημα; δυστύχημα
Hongaarsbaleset
Italiaansaccidente; disgrazia; incidente
Jamaikaanse Patoisaksident
Kabilieslaksida
Katalaansaccident; desgràcia
Latynaccidens; casus
LuxemburgsAccident
Maleiskecelakaan
Noorsulykke
Papiamentsaksidente; desgrasia
Poolswypadek
Portugeesacidente; sinistro
Roemeensaccident
Russiesнесчастный случай
SaterfriesUunfal
Spaansaccidente; desgracia
Srananonkoloku
Swahilitukio baya
Sweedsofall; olycksfall
Tsjeggiesnehoda; neštěstí; úraz
Turksarıza; kaza; olay
Wes‐Friesûngelok
Yslandsóhapp; slys