Informasie oor die woord apart (Nederlands → Esperanto: aparta)

Sinonieme: afgezonderd, afzonderlijk, los

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/aˈpɑrt/
Afbrekingapart

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudaparte
Onsydige enkelvoudapart
Meervoudaparte
Bepaaldaparte
Partitiefaparts

Voorbeelde van gebruik

Daar lagen in een apart vertrek onze meetinstrumenten.

Vertalinge

Deenssærskilt
Duitsabgesondert; einzeln; separat; gesondert; getrennt; abgetrennt
Engelsapart; separate; distinct; distinctive
Engels (Ou Engels)syndrig
Esperantoaparta
Faroëesserstakur
Finseri
Fransparticulier
Hongaarskülönálló
Italiaansseparato
Katalaansa part; apartat; determinat; separat
Maleiskhusus
Nederduitsapart
Papiamentsapart
Portugeesavulso; especial; isolado; particular; peculiar; reservado
Russiesособый
Saterfriesbesunner; eenpeld; oankeld; ousunnerd; separat
Spaansaparte; separado
Sweedssärskild
Tsjeggiesoddělený; separátní; zvláštní
Wes‐Friesapart; beskaat