Informasie oor die woord pijn (Nederlands → Esperanto: pino)

Sinonieme: den, denneboom, mastboom, pijnboom, greneboom

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/pɛi̯n/
Afbrekingpijn
Geslagmanlik
Meervoudpijnen

Voorbeelde van gebruik

Het rode avondlicht glijdt over de hoge pijnen als ik een open plek bereik met buntgras en heide.

Vertalinge

Albaniespishë
Deensfyr; fyrretræ
DuitsFöhre; Kiefer
Engelspine; pine‐tree
Esperantopino
Faroëesfura
Finsmänty
Franspin
Grieksπεύκο; πεύκη
Hongaarsfenyőfa; fenyő
Italiaanspino
Katalaanspi
Latynpicea; pinus; taeda
LuxemburgsKifer
Noorsfuru
Poolssosna
Portugeespinheiro
Roemeenspin
Russiesсосна
SaterfriesFjuurenboom
Spaanspino
Sweedsfur; pinie; tall
Thaiต้นสน
Tsjeggiesborovice; sosna
Turksçam
Walliespinwydden
Wes‐Friesdin; dinnebeam
Yslandsfura