Informasie oor die woord gaan (Nederlands → Esperanto: temi)

Sinoniem: handelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɣan/
Afbrekinggaan

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) gaat(hij) ging
(zij) gaan(zij) gingen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) ga(dat hij) ginge
(dat zij) gaan(dat zij) gingen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
gaand, gaande(zijn) gegaan

Voorbeelde van gebruik

Het gaat niet om geld, het gaat om schatten!

Vertalinge

Engelsdeal; refer
Esperantotemi
Nederduitsgån
Portugeestratar de
Wes‐Friesgean