Informasie oor die woord hunkeren (Nederlands → Esperanto: deziregi)

Sinonieme: haken naar, popelen, popelen van verlangen, smachten, smachten naar, snakken naar, branden van verlangen om

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɦɵŋkərə(n)/
Afbrekinghun·ke·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) hunker(ik) hunkerde
(jij) hunkert(jij) hunkerde
(hij) hunkert(hij) hunkerde
(wij) hunkeren(wij) hunkerden
(jullie) hunkeren(jullie) hunkerden
(gij) hunkert(gij) hunkerdet
(zij) hunkeren(zij) hunkerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) hunkere(dat ik) hunkerde
(dat jij) hunkere(dat jij) hunkerde
(dat hij) hunkere(dat hij) hunkerde
(dat wij) hunkeren(dat wij) hunkerden
(dat jullie) hunkeren(dat jullie) hunkerden
(dat gij) hunkeret(dat gij) hunkerdet
(dat zij) hunkeren(dat zij) hunkerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hunkerhunkert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
hunkerend, hunkerende(hebben) gehunkerd

Vertalinge

Deenskræve
Duitsersehnen; lechzen nach; leidenschaftlich wünschen; glühend verlangen; heiß begehren
Esperantodeziregi
Papiamentsanhelá
Portugeesalmejar; anelar; aspirar
Saterfriesjoankje ätter
Spaansdesear
Sweedssmäkta
Thaiใคร่; โหยหา
Turksarzu etmek; özlemek