Informasie oor die woord verbinden (Nederlands → Esperanto: devontigi)

Sinoniem: verplichten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈbɪndə(n)/
Afbrekingver·bin·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verbind(ik) verbond
(jij) verbindt(jij) verbond
(hij) verbindt(hij) verbond
(wij) verbinden(wij) verbonden
(jullie) verbinden(jullie) verbonden
(gij) verbindt(gij) verbondt
(zij) verbinden(zij) verbonden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verbinde(dat ik) verbonde
(dat jij) verbinde(dat jij) verbonde
(dat hij) verbinde(dat hij) verbonde
(dat wij) verbinden(dat wij) verbonden
(dat jullie) verbinden(dat jullie) verbonden
(dat gij) verbindet(dat gij) verbondet
(dat zij) verbinden(dat zij) verbonden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbindverbindt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verbindend, verbindende(hebben) verbonden

Vertalinge

Duitsverpflichten
Esperantodevontigi; devoligi
Katalaansobligar per promesa
Portugeescomprometer