Informasie oor die woord steen (Nederlands → Esperanto: ŝtono)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/sten/
Afbrekingsteen
Geslagmanlik of onsydig
Meervoudstenen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
steentjesteentjes

Voorbeelde van gebruik

Dan zullen wij stenen in onze zakken stoppen.
Ik keek weer om me heen naar een steen, maar er lag niets in de buurt.
Reith gooide een steen door de poort.

Vertalinge

Afrikaanssteen
Albaniesgur
Deenssten
DuitsStein
Engelsstone
Engels (Ou Engels)han; stan
Esperantoŝtono
Faroëessteinur
Finskivi
Franspierre
Grieksλίθος; πέτρα
Hawaiïespōhaku
Hongaars
Italiaanspierra
Jamaikaanse Patoisraktuon; stuon
Jiddisjשטיין
Kabiliesablaḍ; adɣaɣ; aẓru
Katalaanscàlcul; pedra
Latynlapis; petra; saxum
LuxemburgsSteen
Maleisbatu
Nederduitssteyn
Noorssten; stein
Papiamentspieda; piedra
Poolskamień
Portugeespedra
Russiesкамень
SaterfriesSteen
Skotsstane
Skots-Gaeliesclach
Spaanspiedra
Srananston
Swahilijiwe
Sweedssten
Thaiหิน
Tsjeggieskámen; kamínek; pecka
Walliescarreg
Wes‐Friesstien
Yslandssteinn