Informasie oor die woord vrachtschip (Nederlands → Esperanto: ŝarĝoŝipo)

Sinonieme: vrachtboot, vrachtvaarder

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈvrɑx(t)sxɪp/
Afbrekingvracht·schip

Voorbeelde van gebruik

Volgens het programma zou hij in de club ontbijten en dan om elf uur aan boord van het vrachtschip gaan dat hem een paar dagen later op Mira 92 zou afzetten.

Vertalinge

Afrikaansvragskip
DuitsFrachtschiff; Frachter
Esperantoŝarĝoŝipo; kargoŝipo
Papiamentsbapor di karga
Thaiเรือบรรทุก
Wes‐Friesfrachtskip