Informasie oor die woord tweeling (Nederlands → Esperanto: ĝemeloj)

Sinoniem: tweelingen

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈtʋelɪŋ/
Afbrekingtwee·ling
Geslagmanlik
Meervoudtweelingen

Voorbeelde van gebruik

Zijn ontmoeting met de tweeling heeft hem echter wel anders leren kijken, zoals het vervolg ons zal leren.

Vertalinge

Afrikaanstweeling
Deenstvillinger
DuitsZwillinge; Zwillingspaar
Engelstwins
Esperantoĝemeloj; dunaskitoj
Hawaiïesmāhoe
Noorstvillinger
Portugeesgémeos
Sweedstvillingar
Yslandstvíburar