Informasie oor die woord aftekenen (Nederlands → Esperanto: desegni)

Sinonieme: beschrijven, tekenen, trekken, uittekenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑftekənə(n)/
Afbrekingaf·te·ke·nen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) teken af(ik) tekende af
(jij) tekent af(jij) tekende af
(hij) tekent af(hij) tekende af
(wij) tekenen af(wij) tekenden af
(jullie) tekenen af(jullie) tekenden af
(gij) tekent af(gij) tekendet af
(zij) tekenen af(zij) tekenden af
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aftekene(dat ik) aftekende
(dat jij) aftekene(dat jij) aftekende
(dat hij) aftekene(dat hij) aftekende
(dat wij) aftekenen(dat wij) aftekenden
(dat jullie) aftekenen(dat jullie) aftekenden
(dat gij) aftekenet(dat gij) aftekendet
(dat zij) aftekenen(dat zij) aftekenden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
teken aftekent af
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aftekenend, aftekenende(hebben) afgetekend

Vertalinge

Afrikaansteken
Deenstegne
Duitszeichnen; abzeichnen; malen; abmalen; entwerfen; skizzieren
Engelsdraw
Esperantodesegni
Faroëestekna
Finspiirtää
Fransdessiner
Hongaarsrajzol
Italiaansdisegnare
Katalaansdibuixar
Papiamentspinta; tek
Portugeesdescrever; desenhar; traçar
Roemeensdesena
Saterfriesouteekenje; teekenje
Spaansdibujar
Sweedsrita; teckna
Thaiเขียนแบบ
Tsjeggieskreslit; nakreslit; narýsovat; rýsovat
Wes‐Friestekenje