Informasie oor die woord tekenen (Nederlands → Esperanto: desegni)

Sinonieme: aftekenen, beschrijven, trekken, uittekenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtekənə(n)/
Afbrekingte·ke·nen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) teken(ik) tekende
(jij) tekent(jij) tekende
(hij) tekent(hij) tekende
(wij) tekenen(wij) tekenden
(jullie) tekenen(jullie) tekenden
(gij) tekent(gij) tekendet
(zij) tekenen(zij) tekenden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) tekene(dat ik) tekende
(dat jij) tekene(dat jij) tekende
(dat hij) tekene(dat hij) tekende
(dat wij) tekenen(dat wij) tekenden
(dat jullie) tekenen(dat jullie) tekenden
(dat gij) tekenet(dat gij) tekendet
(dat zij) tekenen(dat zij) tekenden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tekentekent
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
tekenend, tekenende(hebben) getekend

Voorbeelde van gebruik

In figuur 8.4 is een gedeelte van een winding getekend.
Hij kon het niet meenemen want het was groter dan een mens maar hij tekende een kaart in de hoop terug te kunnen komen.
Ik ging in haar kantoor zitten en tekende die poster.

Vertalinge

Afrikaansteken
Deenstegne
Duitszeichnen; abzeichnen; malen; abmalen; entwerfen; skizzieren
Engelsdraw
Esperantodesegni
Faroëestekna
Finspiirtää
Fransdessiner
Hongaarsrajzol
Italiaansdisegnare
Katalaansdibuixar
Papiamentspinta; tek
Portugeesdescrever; desenhar; traçar
Roemeensdesena
Saterfriesouteekenje; teekenje
Spaansdibujar
Sweedsrita; teckna
Thaiเขียนแบบ
Tsjeggieskreslit; nakreslit; narýsovat; rýsovat
Wes‐Friestekenje