Informasie oor die woord schakel (Nederlands → Esperanto: ĉenero)

Sinoniem: schalm

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈsxakəl/
Afbrekingscha·kel

Voorbeelde van gebruik

’s Nachts, als de anderen sliepen, was hij bezig met een schakel van zijn ketting, net zolang tot die zo was verzwakt dat hij hem kapot kon trekken.
Er zitten meer schakels aan een ketting.

Vertalinge

DuitsKettenglied
Engelslink
Esperantoĉenero; ĉenringo
Faroëesketuliður
Portugeesargola; elo
Spaanseslabón
Wes‐Frieskeat