Informasie oor die woord kar (Nederlands → Esperanto: ĉaro)

Sinoniem: wagen

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/kɑr/
Afbrekingkar
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudkarren

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
karretjekarretjes

Voorbeelde van gebruik

Varkens, geiten en karren versperden alle straten en stegen.
De priesteressen zaten voor hun kar te mompelen.
Ze kon door het lawaai van de slechte kar met de voerman geen gesprek voeren.

Vertalinge

DuitsFuder; Fuhre; Karren; Wagen; Fuhrwerk; Förderwagen; Hund; Hunt
Engelscart
Esperantoĉaro
Faroëeskerra
Finskärryt
Franschar; chariot; charrette
Katalaanseix
Maleisgerobak
Papiamentsgaroshi
Portugeescaminhão; carro; carroça
SaterfriesFouger; Koare; Woain
Spaanscarro
Srananwagi
Thaiรถ
Tsjeggiespovoz; vůz
Wes‐Frieswein