Informasie oor die woord ritsen (Nederlands → Esperanto: depreni)

Sinonieme: afhalen, afnemen, rissen, wegnemen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈrɪtsə(n)/
Afbrekingrit·sen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) rits(ik) ritste
(jij) ritst(jij) ritste
(hij) ritst(hij) ritste
(wij) ritsen(wij) ritsten
(jullie) ritsen(jullie) ritsten
(gij) ritst(gij) ritstet
(zij) ritsen(zij) ritsten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) ritse(dat ik) ritste
(dat jij) ritse(dat jij) ritste
(dat hij) ritse(dat hij) ritste
(dat wij) ritsen(dat wij) ritsten
(dat jullie) ritsen(dat jullie) ritsten
(dat gij) ritset(dat gij) ritstet
(dat zij) ritsen(dat zij) ritsten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ritsritst
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
ritsend, ritsende(hebben) geritst

Vertalinge

Duitsabholen; abnehmen
Engelsdeduct; take away; subtract; doff
Esperantodepreni
Faroëestaka av
Fransprélever; retrancher
Papiamentskita
Portugeesdescontar; tirar
Saterfriesouhoalje; ounieme
Spaansquitar; restar