Informasie oor die woord kras (Nederlands → Esperanto: vigla)

Sinonieme: druk, kwiek, levendig, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker, geanimeerd

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/krɑs/
Afbrekingkras

Trappe van vergelyking

Stellende trapkras
Vergrotende trapkrasser
Oortreffende trapmeest kras

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefkraskrasser(het) meest kras, (het) meest krase
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudkrassekrasseremeest krasse
Onsydige enkelvoudkraskrassermeest kras
Meervoudkrassekrasseremeest krasse
Bepaaldkrassekrasseremeest krasse
Partitiefkraskrassers 

Vertalinge

Deenslivlig
Duitsaufgeweckt; flink; frisch; gewandt; hurtig; munter; wach
Engelsvigorous
Esperantovigla
Faroëeskátur; lívligur; vakin
Fransactif; alerte; vif; vigilant
Hongaarsélénk
Katalaansanimat; despert; espavilat; llest; vigorós; viu; vivaç
Portugeeságil; alerta; animado; bem disposto; expedito; vigoroso; vivo
Russiesбодрый
Saterfriesfrisk; gewant; kittich; munter; woak
Spaansacalorado; animado; avispado; vivaz
Sweedslivaktig; livlig
Wes‐Friesfyf; kibich