Informasie oor die woord kleding (Nederlands → Esperanto: vesto)

Sinonieme: gewaad, kleed

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈkledɪŋ/
Afbrekingkle·ding
Geslagvroulik

Voorbeelde van gebruik

Er zijn ook DNA‐sporen van de slachtoffers op de kleding van de verdachte gevonden.
De officier onderzocht Pucs kleding.
Gisteravond trof ik langs de weg zijn kleding aan, op een hoopje gegooid.

Vertalinge

DuitsAnzug; Gewand; Kleid
Engelsapparel; dress
Engels (Ou Engels)claþ
Esperantovesto
Faroëesklæði
Italiaansabito
Katalaansindumentària; vestidura; vestit
Poolsubranie
Portugeesfato; roupa; roupagem; traje; veste; vestido; vestimenta
SaterfriesAnsuch; Gewand; Klood; Pak
Spaansvestido
Swahilinguo
Thaiผ้า
Tsjeggiesoděv; oblečení; oblek; šat; šaty
Turksbez
Wes‐Frieskleed