Informasie oor die woord eens (Nederlands → Esperanto: unufoje)

Sinonieme: één keer, eenmaal

Woordsoortbywoord
Uitspraak/ens/
Afbrekingeens

Voorbeelde van gebruik

Ongeveer eens per maand kwam er een bus uit Hermosillo, bracht voorraden mee en ging terug met producten van het dorp.
De lynx had maar eens naar hem gehapt en had hem met één poot achtergelaten.

Vertalinge

Deensen gang; engang
Duitseinmal
Engelsonce
Esperantounufoje
Italiaansuna volta
Nederduitstoeyrst
Portugeesuma vez
Saterfriesinsen
Skotsance
Spaansuna vez
Srananwanlesi
Swahilimara moja
Thaiหนึ่งครั้ง
Wes‐Friesienkear; ienris