Informasie oor die woord snijdend (Nederlands → Esperanto: tranĉa)

Sinonieme: guur, scherp, snerpend, vlijmend

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈsnɛi̯dənt/
Afbrekingsnij·dend

Trappe van vergelyking

Stellende trapsnijdend
Vergrotende trapsnijdender
Oortreffende trapsnijdendst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefsnijdendsnijdender(het) snijdendst, (het) snijdendste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudsnijdendesnijdenderesnijdendste
Onsydige enkelvoudsnijdendsnijdendersnijdendst
Meervoudsnijdendesnijdenderesnijdendste
Bepaaldsnijdendesnijdenderesnijdendste
Partitiefsnijdendssnijdenders 

Voorbeelde van gebruik

Uit het oosten woei een snijdende wind.

Vertalinge

Engelssharp; trenchant
Esperantotranĉa
Fransacéré; aigre; piquant
Hongaarsvágó
Portugeesagudo; cortante; incisivo