Informasie oor die woord tractor (Nederlands → Esperanto: traktoro)

Sinoniem: trekker

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈtrɑktɔr/
Afbrekingtrac·tor
Geslagmanlik
Meervoudtractoren /trɑkˈtoːrə(n)/, tractors

Voorbeelde van gebruik

Gebruiken jullie tractors op deze akkers?
Hij verwijst naar de aanrijding tussen een tractor en een vrachtwagen op de A12 vorige week woensdag, op de dag van het grote boerenprotest.
Een auto en een tractor kwamen met elkaar in botsing.
Denk je dat je met een tractor overweg kan?
Moet u de tractor voor laten gaan?

Vertalinge

Afrikaanstrekker
Deenstraktor
DuitsTraktor; Schlepper; Ackerschlepper
Engelstractor
Esperantotraktoro
Finstraktori
Franstracteur; tracteur agricole
Grieksτρακτέρ; γεωργικός ελκυστήρας
Hongaarstraktor; mezőgazdasági vontató
Italiaanstrattore; trattore agricolo; trattrice agricola
Jiddisjטראַקטאָר
Katalaanstractor
Maleistraktor
Nederduitstrekker
Noorstraktor
Papiamentstraktor
Poolsciągnik rolniczy; traktor
Portugeestractor
Roemeenstractor
Russiesтрактор
Skotstractor
Spaanstractor
Sranankonkoni
Swahilitrekta
Sweedstraktor
Thaiรถแทรกเตอร์
Tsjeggiestraktor
Turkstraktör
Walliestractor
Wes‐Friestrekker
Yslandsdráttarvél; traktor