Informasie oor die woord onzin (Nederlands → Esperanto: sensencaĵo)

Sinonieme: gekheid, kletskoek, nonsens, zever, zottenklap, zottenpraat

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɔnzɪn/
Afbrekingon·zin

Voorbeelde van gebruik

Wie moet al die onzin betalen?
En wat is dat voor onzin op dat briefje?
Wat praat je nu toch weer een onzin.

Vertalinge

DuitsGallimathias; Unsinn
Engelsnonsense; rubbish; a load of rubbish
Esperantosensencaĵo
Katalaansinsensatesa; rucada
Papiamentsnònsèns
Portugeesabsurdo; disparate; insensatez
SaterfriesKwatsk; Uunsin
Spaanstontería
Turksabuk sabuk