Informasie oor die woord voortgaan (Nederlands → Esperanto: daŭrigi)

Sinonieme: doorgaan met, onderhóúden, verder gaan met, vervolgen, voortgaan met, voortvaren, laten voortduren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvortxan/
Afbrekingvoort·gaan

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) ga voort(ik) ging voort
(jij) gaat voort(jij) ging voort
(hij) gaat voort(hij) ging voort
(wij) gaan voort(wij) gingen voort
(jullie) gaan voort(jullie) gingen voort
(gij) gaat voort(gij) gingt voort
(zij) gaan voort(zij) gingen voort
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) voortga(dat ik) voortginge
(dat jij) voortga(dat jij) voortginge
(dat hij) voortga(dat hij) voortginge
(dat wij) voortgaan(dat wij) voortgingen
(dat jullie) voortgaan(dat jullie) voortgingen
(dat gij) voortgaat(dat gij) voortginget
(dat zij) voortgaan(dat zij) voortgingen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ga voortgaat voort
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
voortgaand, voortgaande(zijn) voortgegaan

Voorbeelde van gebruik

Ga voort, Hoebe.
Als ge op die wijze voortgaat, zal de reis voor u niet aangenaam zijn.
Deze woordenwisseling ging zo nog enige tijd voort en heer Bommels vertrouwen begon te dalen.

Vertalinge

Afrikaansvoortsit
Deensfortsætte
Duitsfortfahren; fortführen; fortsetzen; weiterführen
Engelscontinue
Esperantodaŭrigi; pluigi
Finsjatkaa
Franscontinuer; maintenir; reconduire
Italiaanscontinuare
Katalaanscontinuar; fer durar
Papiamentskontinuá
Portugeesavançar; continuar; prosseguir
Saterfriesfääregunge; foutfiere
Spaanscontinuar
Thaiต่อ
Wes‐Friesfuortgean