Informasie oor die woord order (Nederlands → Esperanto: ordono)

Sinonieme: bevel, bevelschrift, gebod, sommatie, verordening, ordonnantie

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɔrdər/
Afbrekingor·der
Geslagonsydig / histories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudorders

Voorbeelde van gebruik

Het geven van goede orders is een zaak van wijsheid.
Het detachement krijgt order om op het zeeschip over te gaan.
In Rotterdam zou hij nadere orders krijgen.
De machinist gaf kort zijn orders.
Maar om elf uur kregen ze nieuwe orders, vreemde en verontrustende orders.

Vertalinge

Deensbefaling
DuitsAnlaß; Befehl; Edikt; Gebot; Weisung
Engelscommand; order
Engels (Ou Engels)bod
Esperantoordono
Faroëesboð
Italiaansordine
Portugeescomando; ordem; prescrição
Roemeensordine
Russiesприказ
SaterfriesAnlas; Befeel; Edikt; Feranlassenge; Gebod; Wäisen‐
Spaansmandato; orden
Sweedsbefallning; befäl; order; påbud
Thaiหมาย
Wes‐Friesbefel; gebod