Informasie oor die woord uitdragen (Nederlands → Esperanto: propagandi)

Sinonieme: propaganda maken voor, propageren, verspreiden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœy̯draɣə(n)/
Afbrekinguit·dra·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) draag uit(ik) droeg uit
(jij) draagt uit(jij) droeg uit
(hij) draagt uit(hij) droeg uit
(wij) dragen uit(wij) droegen uit
(jullie) dragen uit(jullie) droegen uit
(gij) draagt uit(gij) droegt uit
(zij) dragen uit(zij) droegen uit
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) uitdrage(dat ik) uitdroege
(dat jij) uitdrage(dat jij) uitdroege
(dat hij) uitdrage(dat hij) uitdroege
(dat wij) uitdragen(dat wij) uitdroegen
(dat jullie) uitdragen(dat jullie) uitdroegen
(dat gij) uitdraget(dat gij) uitdroeget
(dat zij) uitdragen(dat zij) uitdroegen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
draag uitdraagt uit
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
uitdragend, uitdragende(hebben) uitgedragen

Voorbeelde van gebruik

De Franse sportminister Amélie Oudéa‐Castéra is niet blij met de politieke boodschap die Novak Đoković begin deze week uitdroeg op Roland Garros.

Vertalinge

Afrikaanspropageer
Engelspropagate
Esperantopropagandi
Faroëesgeva upplýsing; mæla fyri
Franspropager
Katalaansfer propaganda
Papiamentspropagá
Portugeesfazer propaganda de