Informasie oor die woord toerist (Nederlands → Esperanto: turisto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/tuˈrɪst/
Afbrekingtoe·rist
Geslagmanlik
Meervoudtoeristen

Voorbeelde van gebruik

Trouwens, ik kan me jou moeilijk als toerist voorstellen.
Toeristen durven weer naar Egypte te gaan.
Drie Britse toeristen zijn vlak voor vertrek van Mallorca opgepakt op verdenking van een groepsverkrachting.
Dat kereltje is geen toerist.
Toeristen zijn vaak het slachtoffer.
Het kan voor terugkerende toeristen een vervelende verrassing zijn als ze bij de douane belasting moeten betalen.

Vertalinge

Afrikaanstoeris
DuitsTourist
Engelstourist
Esperantoturisto
Faroëesferðafólk; ferðamaður
Finsmatkailija
Grieksτουρίστας
Hongaarsturista
Italiaansturista
Katalaansturista
Nederduitsturist
Papiamentsturista
Poolsturysta
Portugeesturista
Roemeensturist
SaterfriesTourist
Spaansturista
Sweedsturist
Tsjeggiesturista
Walliesteithiwr; ymwelydd
Wes‐Friestoerist