Informasie oor die woord paardrijden (Nederlands → Esperanto: rajdi sur ĉevalo)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈpaːrtrɛi̯də(n)/, /ˈpaːrtrɛi̯jə(n)/
Afbrekingpaard·rij·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) rij paard, rijd paard(ik) reed paard
(jij) rijdt paard(jij) reed paard
(hij) rijdt paard(hij) reed paard
(wij) rijden paard(wij) reden paard
(jullie) rijden paard(jullie) reden paard
(gij) rijdt paard(gij) reedt paard
(zij) rijden paard(zij) reden paard
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) paardrijde(dat ik) paardrede
(dat jij) paardrijde(dat jij) paardrede
(dat hij) paardrijde(dat hij) paardrede
(dat wij) paardrijden(dat wij) paardreden
(dat jullie) paardrijden(dat jullie) paardreden
(dat gij) paardrijdet(dat gij) paardredet
(dat zij) paardrijden(dat zij) paardreden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
rij paardrijt paard
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
paardrijdend, paardrijdende(hebben) paardgereden

Voorbeelde van gebruik

Rij je paard, Robbert?
Overigens, zou jij er wat voor voelen om te leren paardrijden?

Vertalinge

Afrikaansperdry
Engelsride a horse
Esperantorajdi sur ĉevalo