Informasie oor die woord bastono

Woordsoortselfstandige naamwoord
Afbrekingba·stono

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefbastonobastonoj
Akkusatiefbastononbastonojn

Vertalinge

Afrikaansstaf; stok
Albaniesshkop
Chinook-jargonstik
DuitsStab; Stecken; Stock
Engelsbaton; cane; stick; staff
Engels (Ou Engels)stæf
Faroëesstavur
Finskeppi
Fransbâton; canne
Hawaiïeslāʻau
Hongaarsbot; husáng
Italiaansbastone
Jiddisjדרענגל; שטעקן
Katalaansbastó; pal
Latynarundo; baculum; baculus; hasta; palus
LuxemburgsBengel
Maleisbatang; ranting
Nederlandsstok
Noorsstokk
Papiamentsbastòn; baston; palu; takon; takòn
Poolslaska
Portugeesbastão; bengala; bordão; cacete; pau
Russiesпалка
SaterfriesStikke; Stoab; Stok
Skots-Gaeliesmaide; bata
Spaansbastón
Sranantiki
Sweedsstav; stång
Tsjeggieshůl; tyč; klacek; prut
Wes‐Friesstôk; stok