Informasie oor die woord instali

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingin·stal·i

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydinstalas
Verlede tydinstalis
Toekomende tydinstalos
 
Voorwaardelike wys
instalus
 
Gebiedende wys
instalu

 Deelwoorde
 Aktiewe deelwoordePassiewe deelwoorde
Teenwoordige tydinstalantainstalata
Verlede tydinstalintainstalita
Toekomende tydinstalontainstalota

Vertalinge

Afrikaansinstalleer
Deensindrette
Duitseinführen; einrichten; einsetzen; installieren; aufstellen; einbauen; legen; verlegen; anbringen; bestallen
Engelsinstall; establish; implement; set
Fransconstruire; installer; poser
Katalaansinstal·lar
Nederlandsaanleggen; fitten; installeren
Noorsinnrede
Papiamentsinstalá
Roemeensinstala
Saterfriesienfiere; iengjuchte; iensätte; installierje
Spaansinstalar
Sweedsinreda; inställa
Tsjeggiesinstalovat; zařídit; zavést
Yslandsinnrétta