Informasie oor die woord freŝa

Woordsoortselfstandige naamwoord
Afbrekingfreŝ·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatieffreŝafreŝaj
Akkusatieffreŝanfreŝajn

Vertalinge

Albaniesfreskët
Deensfrisk
Duitsfrisch; kühl; neu; unverbraucht
Engelsfresh; hale
Faroëesfeskur; nýggjur
Finstuore
Fransfrais
Hongaarsfriss
Italiaansfresco
Katalaansfresc; recent
Nederlandsfris; onbedorven
Noorsfrisk
Papiamentsfresku
Poolsświeży
Portugeesfresco; novo; recente
Roemeensproaspăt
Saterfriesfrisk; luftich; näi
Spaansfresco; reciente
Srananfersi
Wes‐Friesfarsk