Informasie oor die woord Gepflogenheit (Duits → Esperanto: kutimo)

Sinonieme: Angewohnheit, Brauch, Gebrauch, Gewohnheit, Usus, Sitte

Uitspraak/ɡəˈpfloːɡənhaɪt/
Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagvroulik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefGepflogenheitGepflogenheiten
GenitiefGepflogenheitGepflogenheiten
DatiefGepflogenheitGepflogenheiten
AkkusatiefGepflogenheitGepflogenheiten

Voorbeelde van gebruik

Wir waren deine exzentrischen Gepflogenheiten gegenüber mehr als tolerant.

Vertalinge

Albaniesadet
Deensvane; sædvane
Engelshabit; practice; wont
Engels (Ou Engels)þeaw; gewuna
Esperantokutimo
Faroëesvani
Finstapa
Franscoutume; habitude
Italiaansabitudine; costume
Katalaanscostum
Latynmōs
Maleisadat; kebiasaan
Nederlandsgewoonte
Noorsvane; bruk
Papiamentsbisio; kostumber; kutumber
Poolszwyczaj
Portugeescostume; hábito
Roemeensobicei
SaterfriesBruuk; Gebruuk; Gewoonhaid; Sätgjucht
Spaanscostumbre; hábito
Swahilidesturi
Sweedsvana
Turksâdet
Wes‐Friesbrûkme; gewoante; wenst; wizânsje
Yslandsvani