Informasie oor die woord Vertrauen (Duits → Esperanto: fido)

Sinoniem: Zuversicht

Uitspraak/fɛrˈtraʊ̯ən/
AfbrekingVer·trau·en
Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagonsydig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefVertrauen
GenitiefVertrauens
DatiefVertrauen
AkkusatiefVertrauen

Voorbeelde van gebruik

Es befand sich kein einziger unter ihnen, dem man beim ersten Blick hätte Vertrauen schenken können.

Vertalinge

Deenstillid
Engelsconfidence; faith; trust
Esperantofido; konfido
Faroëesálit
Fransfoi
Italiaansfiducia
Latynfides
Nederduitsgelöyv
Nederlandsfiducie; vertrouwen; betrouwen
Noorstillit
Papiamentsfe
Portugees
Russiesвера
SaterfriesToufersicht
Spaansfe
Sweedsförtroende; tillit
Wes‐Friesfertrouwen; fidúsje; betrouwen
Yslandstraust